Nacht van de kodiakbeer

Cover "Nacht van de kodiakbeer"Auteur: Yvonne Gillissen

In deze novelle staat de ontwikkeling van een enerverende vriendschap tussen twee verschillende vrouwen centraal. Adriënne is wat kleurloos en onzeker, maar wil zich ontwikkelen tot scenarioschrijfster. Zij ontmoet Janine, een hartelijke filmregisseuse met een uitbundige leefstijl. Aanvankelijke steun en vertrouwen maken langzaam plaats voor irritatie en ambitie. Uiteindelijk, gedurende een nacht op het strand, vindt er een confrontatie plaats. ”Nacht van de kodiakbeer” is het tweede verhaal van de novellenbundel ”ZAND-drieluik”. Alle delen staan op zichzelf en kunnen onafhankelijk van elkaar gelezen worden, maar samen is de som meer is dan het geheel der delen.

Leesfragment:

“Het wachten is vervelend, ook al heeft ze zich er helemaal op ingesteld. Aan de stand van de zon te zien moet het na vieren zijn. Janine is te laat. Dat is niet nieuw; zij heeft een aantal gewoontes waaraan Adriënne gewend geraakt is al blijven ze irriteren. Maar niemand is perfect en Janine zeker niet. Daar is ze in de loop van de tijd wel achter gekomen, ondanks dat ze anders had gedacht.
Het geluid van de golven blijkt een permanente vriend. Meeuwen krijsen. Een oude kale man loopt vermoeid over het hete zand; zijn geslacht bungelt lusteloos tussen zijn benen. Pas wanneer hij het trapje van de strandtent bereikt, krijgt zijn lichaam een flauwe glans van een jeugdige allure die ooit vanzelfsprekend moet zijn geweest. Hij verdwijnt onder de witte parasols met bonte reclameopdruk. De zon straalt net iets te hard om aangenaam te verwennen. Ze sluit haar ogen en dommelt langzaam weg.
Een plotselinge mannenstem doet haar opschrikken. ‘Ik zal je maar even waarschuwen, maar volgens mij verbrand je op deze manier.’ Steunend op haar ellebogen komt ze half overeind. Tussen haar samengeknepen ogen probeert ze het gezicht dat zo’n anderhalve meter boven haar is te observeren. Hoewel ze het niet goed kan zien voelt ze dat het haar niet aanstaat maar ze knikt gehoorzaam.
‘Je hebt gelijk. Ik moet wat aantrekken.’
‘Ik dacht: laat ik het maar even zeggen, anders is ze zo meteen knalrood.’
‘O, ja, nou, bedankt in ieder geval.’ Ze wil weer gaan liggen.
‘Niets te danken. Mag ik jou wat vragen?’
‘Ehm?’
‘Ben jij een Waterman?’
Ze gaat rechtop zitten, trekt haar knieën op en slaat meteen haar armen er omheen; zo kan ze haar naaktheid enigszins camoufleren.
‘Het sterrenbeeld?’
‘Dat bedoel ik.’
‘Ehm… inderdaad. Ik ben…’
‘Wist ik wel. Ik wil niet opscheppen, maar daar heb ik gewoon oog voor. Wat is je ascendant?’
‘Ehm… weet ik niet precies, ik heb me er nooit zo in verdiept.’
‘Als je wilt dan kan ik het voor je uitrekenen.’
‘Dat hoeft niet. Maar in ieder geval bedankt.’
‘Het is een kleine moeite.’
‘Hoeft echt niet.’
‘Kom je uit Brabant? Ikzelf…’
‘…Nou, ik wil eigenlijk…’
‘Je hebt nog steeds niets aangetrokken. Je verbrandt echt zo meteen. Dan moet je het zelf maar weten. Zeg, ik ga wat te drinken halen.’ Hij spurt door het zand naar de strandtent. Ze kijkt hem na. Een bodybuildersbody, met om zijn middel een roodblauw gestreepte handdoek. Wanneer hij onder de witbonte parasols verdwenen is, zoekt ze in de tas naar haar hemdje.
Veroniek had de gewoonte om vriendinnen en kennissen tijdens hun bezoek onderbroeken cadeau te doen. De eerste keer voelde Adriënne zich bezwaard en in verlegenheid gebracht; later had ze haar schouders erover opgehaald en dit gewoon geaccepteerd wanneer Veroniek was blijven aandringen. Niemand was perfect, ook Veroniek niet.
Die namiddag was het zacht septemberweer. Het was aan de late kant en ze stonden op het punt om Veronieks woning te verlaten, toen deze zich realiseerde dat ze Adriënne nog iets geven wilde. Ze dook haar slaapkamer in, trok een la open, rommelde wat en kwam haastig met vier paarse damesslipjes terug. ‘Die hoef ik niet meer.’ Met een vanzelfsprekendheid propte ze de broekjes in Adriënnes handen, waarna ze naar de woonkamer zoefde om de muziekinstallatie uit te zetten, de ramen te inspecteren, zichzelf aan een zoveelste, snelle blik in de spiegel te onderwerpen, weer terug te lopen naar het halletje om vervolgens in het voorbijgaan Adriënne een gelukzalige glimlach te schenken. Kennelijk zat volgens Veroniek vriendschap in een onderbroek. In de goed onderhouden Volkswagen, op weg naar het filmfestival, verviel ze in haar bekende monologen, terwijl Adriënne geduldig luisterde met de vier paarse slipjes op haar schoot.
‘Ik ben werkelijk heel benieuwd hoe je over komt,’ dweepte ze. ‘Had je een grote rol?’
‘Ik had geen tekst,’ haastte Adriënne zich te zeggen terwijl ze lichtelijk kleurde. ‘Ohh, dan was je figurant.’ De stem van Veroniek verried enige teleurstelling. ‘Die zijn natuurlijk ook nodig.’
‘Je doet altijd ervaring op,’ probeerde Adriënne haastig haar onbeduidende aandeel in de film te relativeren. ‘En wat nog belangrijker is: je legt contacten.’ ‘Networking!’
‘Precies, dat bedoel ik.’
Voor de bioscoopingang bediscussieerden groepjes mensen de nieuwe films. Het gebouw bleef nog even pesterig gesloten. Veroniek zwaaide links en rechts naar vage kennissen en presenteerde zichzelf babbelend aan iedereen die daar gelegenheid toe bood. Adriënne nam onopvallend plaats op een muurtje en observeerde van een afstand de heftig gebarende filmfanaten. Ze had nog niemand gezien die ze van de draaidagen kende. Plotseling voelde ze zich ongemakkelijk en verlangde naar Maarten, die opnieuw geen zin had gehad om met haar mee te gaan. Het begon fris te worden. Ze knoopte haar jasje dicht. Een klein, vaag idee voor een scenario schoot haar te binnen. In haar tas zocht ze tussen de paarse broekjes haastig naar haar notitieboekje en pen en krabbelde haar ingeving op een velletje. Veroniek, in gezelschap van een geblondeerde, magere vrouw met een opvallend grove huid, kwam naar haar toe. ‘Adriënne, ik wil je aan Janine voorstellen, zij is poppenspeelster. Ik ken haar van lang geleden.’ Ze begroetten elkaar beleefd met een vluchtige glimlach.
‘Luister: change of plans. Ik heb oude bekenden ontmoet en nu moet ik van hun persé mee naar een andere première, als jij dat niet erg vindt. Janine heeft geen kaartje voor deze film; zij kan dan in mijn plaats op het vrijkaartje met jou naar binnen. Daar heb je vast geen bezwaar tegen, lijkt me. Dus dat is okay?’ Adriënne aarzelde even en haalde haar schouders op. Veroniek bracht het altijd op een manier dat je nauwelijks kans zag om er tegen in te gaan. Ze kleurde en knikte naar Janine.
De oude man heeft de strandtent verlaten in gezelschap van een grijze, dikke vrouw. In zijn hand houdt hij twee zilverkleurige bierblikjes. De vrouw slaakt kreetjes wanneer haar voeten het hete zand raken. Haar lichaam is vol kuilen en diep gebronsd, net als dat van de man. Bij hun plekje bukt de man zich, raapt de handdoek op, slaat het zand er van af en spreidt hem uit. De vrouw gaat erop liggen en lacht. De man kruipt naast haar en kust haar voorhoofd. Vervolgens trekt hij een blikje open en neemt een slok. De vrouw weigert wanneer hij haar het bier aanbiedt. Hij gaat tegen haar aanliggen. Hun vlees vloeit in elkaar over en vormt een indrukwekkende eenheid. Er komt iemand aanspurten. Ze kijkt op maar wendt haar blik meteen af als ze hem ziet. Hij ploft als vanzelfsprekend naast haar op haar badlaken. Nog voordat ze protesteren kan legt hij een ijsje voor haar neer.
‘Ik dacht: laat ik maar iets meenemen voor haar.’
‘Ehm…. dank je wel…,’ antwoordt ze overrompeld. ‘Maar…’
‘Hoe heet je eigenlijk?’
Ze antwoordt nog voordat ze er erg in heeft. ‘Adriënne.’
‘Adriënne uit Brabant, aangenaam! Ik ben Roy, geboren in Kampen en op dit moment woon ik in Rotterdam.’ Hij leunt achterover op zijn ellebogen en bestudeert haar langdurig van opzij, alsof ze gekeurd moet worden. Het voelt niet prettig en ze kleurt.
‘Je bent niet lelijk, weet je dat? Maar je moet wel wat aan je spieren doen want ze zijn een beetje slap.’
‘Ik ben niet perfect, maar ik ben goed zoals ik ben,’ mompelt ze met matige overtuiging. Het heeft haar jarenlang een gevecht met zichzelf gekost om dit te kunnen zeggen. Om zich een houding te geven reikt ze naar het ijsje en scheurt het papier er af. Wanneer ze het naar haar mond brengt heeft ze spijt, maar het is te laat. Het voelt alsof ze bijna overstag gaat door een onnozel ijsje. Ze kijkt strak voor zich uit naar de zee. Aan de horizon vaart een oceaanstomer. Janine laat lang op zich wachten
‘Zal ik je eens lekker masseren?’
Ze raapt zich bij elkaar en verheft haar stem. ‘Luister, ik wil met rust gelaten worden. Bovendien heb ik een afspraak.’
‘Ach, komt het mannetje zo meteen? Zeg het maar, ik zal je niet lastig vallen.’ Hij staat bruusk op en druipt af. Ze ziet hem opnieuw naar de strandtent lopen. Pas nu valt haar op dat die Friend-Shop heet.”

Fictie / Nederlands / E-book / ISBN: 9789493016064 / Druk: 1 / maart 2019 / 59 pagina’s / EPUB met digitaal watermerk / Cover en tekstopmaak: Niek van Wijngaarden